Damin Wolfsblad is het tweede deel van de trilogie ‘Wolfsblad’ van de Australische Jennifer Fallon en vangt acht jaar later aan dan waar we gebleven waren aan het einde van de Eerste Kroniek. Marla Wolfsblad is inmiddels aan haar vierde echtgenoot toe, al is ze net 23 jaar geworden. Laran Krakenschild, aan wie ze door haar broer Lernen Wolfsblad werd uitgehuwelijkt, is overleden na een stom grensincident. Hytria en Fardhonya drijven handel met elkaar, maar maken er beiden een sport van om de grens te overschrijden om wat boerderijen in de as te leggen of om vee te stelen. Het was bij een gelijkaardig incident dat Laran om het leven kwam. Marla’s tweede echtgenoot en jeugdliefde bleek uiteindelijk een verrader die zelfs probeerde om Marla’s zoon en troonopvolger Damin Wolfsblad te vermoorden, om zo een van zijn kinderen met Marla tot troonopvolger te forceren. Zijn plan kwam uit en Marla liet hem door het moordenaarsgilde uit de weg ruimen. Marla besloot dan om voortaan rijke koopmannen te huwen, om zo politiek wat neutraler te staan en misschien wat minder deel te hebben aan de vele intriges die spelen aan de hoven van Hytria. De derde is inmiddels begraven en diens dochter wordt nu, na een paar jaar, uitgenodigd om aan het hof van Marla te komen wonen.
Luciena is echter een eigenwijze jongedame die zich bedrogen voelt door Marla en beweert dat Marla haar afspraken met Luciena’s vader niet is nagekomen. Marla Wolfsblad doet dit nu juist wel, en niet eerder, om politieke redenen. Luciena wordt geadopteerd en erft de gigantische vloot van haar vader, die door Marla werd beheerd sinds de dood van de man. Marla’s vierde en huidige echtgenoot is een rijke specerijenkoopman, die echter vooral interessant blijkt te zijn door zijn enorme spionagenetwerk dat ook alle omliggende landen omvat. Zo is Marla zowel politiek, religieus als op handelsvlak steeds op de hoogte van wat er in de verschillende staten gebeurt en kan ze op tijd reageren en plannen maken. En dat is belangrijk, omdat Marla Wolfsblad feitelijk regeert, terwijl Lernen, de echte Hoogprins, zijn eigen lusten en obsessies kan botvieren.
Haar zoon Damin is inmiddels dertien, te jong om te trouwen maar oud genoeg om krijgskunsten te leren. Starros, een jongen van zijn leeftijd die in zijn kleuterjaren als wees in het gezin werd opgenomen om potentiële moordenaars van Damin in de war te brengen, is heel intelligent en zowat de enige die Damin tot rede kan brengen en hem intomen indien nodig. Damin wordt zo klaargestoomd om Lernen Wolfsblad, de huidige Hoogprins, bij zijn overlijden op te volgen. Damin worden, net als eertijds Marla zelf, door de court’esa (veredelde hoer) en dwerg Elezaar de Regels Om Macht Te krijgen En Te Gebruiken aangeleerd, een systeem dat Marla meermaals doorheen gevaarlijke situaties heeft geholpen. Want stilaan verschuift het verhaal, weg van de opkomst en glorietijd van Marla Wolfsblad richting Damin, de troonopvolger die vanuit vele hoeken wordt belaagd, net als zijn toekomstige troon.
Ook Mahkas, halfbroer van Marla’s overleden echtgenoot Laran Krakenschild, speelt weer een verraderlijke en dubieuze rol, net zoals hij deed in de Eerste Kroniek. De man heeft al enkele moorden, zelfs op familieleden, op zijn geweten, die hij telkens in de schoenen van anderen wist te schuiven. Mahkas is bovendien uitermate jaloers op iedereen die naar zijn zin te veel macht heeft of krijgt of te veel aandacht krijgt van Marla. Zelfs haar nieuwe echtgenoot wordt amper door hem getolereerd. En dan is er nog Alija, het hoofd van het Tovenaarsgilde en grootste tegenstander van Marla Wolfsbald. In deel één slaagde ze er niet in om Damin uit de weg te ruimen en zo haar echtgenoot aan de macht te helpen. Inmiddels heeft ze andere plannen. Ze heeft nu een zoon die ze aan de macht wil brengen, en staat Damin zodoende nog steeds naar het leven. Ze heeft de door Marla geadopteerde Luciena op magische manier aan haar gebonden en zal er ook nu alles aan doen om niet Damin maar een van haar eigen kinderen tot de volgende Hoogprins te maken.
Alija is namelijk een Innatief, een soort magiër, die echter minder machtig is dan de vroegere Harshini, een orde van magiërs die volgens de meesten inmiddels is uitgeroeid. Wrayan Lichtvinger, die zich stilaan in de entourage van Marla Wolfsblad begeeft, heeft echter een deel Harshinibloed in zijn aderen en kan putten uit de machtige bron van magie die de goden aan de Harshini ter beschikking stellen. Harshini worden echter in de meeste landen van deze feodale wereld niet getolereerd. Bij ontdekking worden ze meteen geëxecuteerd, mede door de invloed van een demon. Rory is zo een opgejaagde jonge knul uit het naburige Fardhonya, die op de vlucht is gegaan en Hytria probeert te bereiken, waar Harshini niet worden opgejaagd.
Naast al deze personages speelt nog een gigantisch aantal andere personages een al dan niet grote rol in het verhaal dat zich stilaan helemaal ontvouwt. Waar het in de Eerste Kroniek soms nog wat zoeken was, behelpen met die veelheid, is de lezer inmiddels vertrouwd met de meeste spelers en is het boek heel wat gemakkelijker te volgen. Ook nu weer slaagt Fallon erin om de lezer helemaal in het verhaal te zuigen, mee te slepen en een groots opgezette, enigszins middeleeuws aandoende wereld neer te zetten die net door haar vertelwijze geloofwaardig overkomt. En daar doen de soms vreemde zeden (court’esa dienen om zich te scholen in het bedrijven van de liefde, met eigen echtgenoten gebeurt dit alleen voor de voortplanting) en het grote aantal goden en demonen niets aan af. En dan lanceert Fallon de pest in het verhaal, die Hytria in zijn greep krijgt en het verhaal helemaal openbreekt. Meer in de afsluitende Derde Kroniek. [Patrick Bruneel]
Verberg tekst