Sinds de jaren '60 verschijnen er met de regelmaat van een klok boeken over de opbouw en de werking van de gangbare IQ-tests. Ze zijn bedoeld als trainingsprogramma om de IQ-waarde te verbeteren. Ook deze auteurs gaan ervan uit dat intelligentie kan evolueren en getraind worden. Ze willen ervoor zorgen dat je diverse gangbare IQ-opdrachten zo goed mogelijk beheerst, zodat dit soort opgaven nauwelijks nog geheimen heeft. Ze raden je dan ook aan de oefeningen in het boek meerdere malen grondig door te nemen.

In een eerste deel omschrijven de auteurs hoe je aan de hand van concrete instructies, trucs en ezelsbruggetjes opdrachten inzake numerieke intelligentie (vraagstukken, rekensommen...), taalvaardigheid, visueel-ruimtelijke aanleg (omgaan met twee- of driedimensionale objecten) en praktische intelligentie beter kunt oplossen. Als vijfde onderdeel behandelen ze de emotionele en sociale intelligentie (je handhaven in sociale contacten, inlevingsvermogen, zelfkennis, het kunnen interpreteren van lichaamstaal...). Het tweede deel van dit werk omvat een test met 200 opgaven, verdeeld over de eerste vier bovenvermelde onderdelen. Omdat ook de goede antwoorden vermeld staan, kan je je IQ-score berekenen.

De kans is groot dat het effect van zo'n training zich beperkt tot sterk gelijkende denkopdrachten van een reële IQ-test. Zelfs al zou dit boek resulteren in een betere IQ-score, dan zou alleszins de betrouwbaarheid van de uitslag in het gedrang komen. Immers, je geeft dan niet het juiste antwoord omdat je zelf de juiste oplossingsstrategie gevonden hebt -- dus een behoorlijk IQ bezit --, maar wel omdat je de strategische benaderingen van de auteur gememoriseerd hebt. [Wilfried Daems] Verberg tekst