Alle grote componisten hebben een invloed gehad op figuren na hen. Alle figuren na hen hebben teruggeblikt op die grote componisten en hun commentaar niet gespaard. Componisten lonken naar tijdgenoten en reageren op hen: vriendschap en jaloersheid, samenwerking en veinzerij. Sommige componisten zijn bang voor de pers, andere zijn bang voor het publiek. De invloed van pers en publiek kan groot of klein zijn: de ene componist herwerkt, de andere niet.

Hebben invloeden iets te maken met de inspiratie van een componist? Heeft niet iedereen zich geïnspireerd op Bach en Händel, op Mozart en Beethoven, op Wagner? Of heeft een componist zich eerder afgezet tegen Wagner? Wie durft nog te componeren na Beethoven?

In dit boek kom je alles te weten over de grote klassieke meesters van de 18de en 19de eeuw. Geen muziekgeschiedenis, wel een verhaal van wie met wie omgaat en waarom, wie zich tegen wie afzet en waarom. En daarin spelen de geschiedenis en de biografie van elke componist natuurlijk hun rol.

Komen onder anderen aan bod:

• Georg Friedrich Händel: export naar Engeland

• Johann Sebastian Bach: barok tegen elke prijs

• Joseph Haydn: de laatste dienende componist

• Ludwig van Beethoven: de reus

• Niccoló Paganini: de vioolvirtuoos

• Giachino Rossini: belcanto in de opera

• Frédéric Chopin: Pool in Frankrijk

•Pjotr Iljitsj Tsjaikovski: tussen Rusland en het Westen