Twee heren op het strand, zo noemen ze zich, Raymond-gewijs. Ze, dat zijn de Advocaat, een pleiter van het kaliber-Vermassen, en de Zeiler, een kunstenaar met een boot. De vijftigers zijn al dikke copains sinds hun schooltijd, maar ze zijn van elkaar weggedreven. De vrouw van de Advocaat, die ooit met hen een onafscheidelijk vriendentrio vormde, brengt hen weer samen. Na een beroerte gaat het geheugen van de Advocaat namelijk snel achteruit. Een wandeltocht moet hem/hen goed doen - ondertussen herinneringen ophalen helpt misschien tegen de aftakeling.
Ze zullen, Arnout Hauben-gewijs, in twee dagen van Bray-Dunes in Frankrijk naar Cadzand in Nederland stappen. Onderweg aan de Belgische kust schotelen ze ons het verhaal van hun vriendschap voor, met als hoogte- en dieptepunt de strijd om Melizza, met wie de Advocaat trouwde en de Zeiler daarna stiekem een relatie begon. Dat praten ze uit, voorts bakkeleien en pingpongen ze over de ups en downs in hun levens en carrières…Lire la suite
Twee heren op het strand, zo noemen ze zich, Raymond-gewijs. Ze, dat zijn de Advocaat, een pleiter van het kaliber-Vermassen, en de Zeiler, een kunstenaar met een boot. De vijftigers zijn al dikke copains sinds hun schooltijd, maar ze zijn van elkaar weggedreven. De vrouw van de Advocaat, die ooit met hen een onafscheidelijk vriendentrio vormde, brengt hen weer samen. Na een beroerte gaat het geheugen van de Advocaat namelijk snel achteruit. Een wandeltocht moet hem/hen goed doen - ondertussen herinneringen ophalen helpt misschien tegen de aftakeling.
Ze zullen, Arnout Hauben-gewijs, in twee dagen van Bray-Dunes in Frankrijk naar Cadzand in Nederland stappen. Onderweg aan de Belgische kust schotelen ze ons het verhaal van hun vriendschap voor, met als hoogte- en dieptepunt de strijd om Melizza, met wie de Advocaat trouwde en de Zeiler daarna stiekem een relatie begon. Dat praten ze uit, voorts bakkeleien en pingpongen ze over de ups en downs in hun levens en carrières.
De wandeling strandt de eerste avond bruusk in het Thermae Palace in Oostende. Na 130 van de 180 bladzijden in De Advocaat en de Zeiler blijkt dat de tocht een voorwendsel was om de Zeiler te lokken en te overtuigen - we hadden het kunnen vermoeden: die tweedaagse was wel heel hoog gegrepen… Hoe dan ook, wat er dan gebeurt, heeft de lezer niet zien aankomen. Om de lectuur niet te verpesten, blijft het hier beter ongezegd.
Dat decadente orgelpunt is meteen ook het grootste probleem. Tot dan kabbelt het boek aangenaam onderhoudend maar lang voort in korte lukrake hoofdstukken; de herinneringen zijn nogal voorspelbaar, zeker die over de driehoeksverhouding. Er is geen spanningsboog die ons naar het dramatische, theatrale einde voert. De poging om er onderweg nog een ander verhaal in te verweven, is vrij kunstmatig. Een hond is de link tussen de heren en de boekhandelaarster Leda, wier moeder in coma ligt. Het beest neemt zelfs even het perspectief van de verteller over.
Eigenlijk is het intrigerendst van al de manier waarop dit boek tot stand kwam. Er staan twee auteurs op het voorplat, Kris Van Steenberge en Geert Briers. Hoe zo'n quatre-mains van een romancier en een dichter in de praktijk werkt, willen vele lezers graag weten, maar in het boek vind je geen informatie. Ik kan alvast niet met constructiefouten of stijlbreuken bewijzen dat ze afwisselend stukken geschreven hebben. De Advocaat en de Zeiler is uiteindelijk degelijk vakwerk, net zoals Van Steenberges debuut dat was, Woesten, de bestseller over de Eerste Wereldoorlog. Meer niet.
Vrijdag, 184 blz., 20 €.
Masquer le texte